Meten is weten, maar laten we niet vergeten…

Gek als ik ben op het analyseren van mijn eigen vooroordelen en meningen, mag ik mezelf graag af en toe als onderwerp van onderzoek beschouwen. In het kader van de vraag ‘is dat wel zo?’ vroeg ik me af of het nou wérkelijk drukker geworden is in de huisartsenpraktijk.

In mijn beleving en die van mijn collega’s wel, maar als ik eerlijk ben heb ik nog nooit iemand nee horen zeggen op de vraag of het drukker dan vroeger is. Of je nu huisarts, leraar, politieagent of putjesschepper bent, nooit hoor ik iemand zeggen dat ‘de werkdruk tegenwoordig een stuk lager is dan vroeger’. Kortom, om niet alleen maar mee te huilen met de wolven leek het me interessant mijn eigen werkdruk eens te gaan meten.

Tijdsbestedingsonderzoek

Het Nivel is me overigens voor gegaan, door vorig jaar te starten met een tijdsbestedingsonderzoek voor huisartsen. Wie meedeed, kreeg op gezette tijden een SMS-je met de vraag wat je op dat moment aan het doen was. De resultaten zijn nog niet gepubliceerd, maar ik ben erg benieuwd. Het onderzoek maakt gebruik van de splitsing in activiteiten die wel of niet patiëntgebonden zijn, of indirect patiëntgebonden. Een zinnige verdeling, omdat ik denk dat met name de indirect of niet-patiëntgebonden activiteiten flink zijn toegenomen.

Klokken

Voor mijn eigen tijdsbestedingsonderzoek ben ik na een tip gebruik gaan maken van Toggl.com, waarmee je gratis al dan niet via een app voor je smartphone heel exact kunt klokken wat je aan het doen bent. Het registreren vergt enige discipline (en uitleg aan je medewerkers waarom je je smartphone pakt als ze bijvoorbeeld even je kamer binnenkomen…).

Waaróm

Een bijkomend effect van zo’n tijdsmeting, is dat je je veel bewuster wordt van waar je eigenlijk de hele dag mee bezig bent. En misschien nog wel belangrijker: waaróm? Laat ik het goede nieuws maar noemen: Het waaróm is gelukkig uiteindelijk nog steeds: goede patiëntenzorg kunnen leveren. Alle inspanningen op een dag moeten zich uiteindelijk vertalen in een praktijk die ten dienste staat van die patiëntenzorg. En inderdaad is spreekuur en visites doen, tegenwoordig deels op afstand via e-consulten en sporadisch een video-consultatie, nog steeds de kern van het werk. Dat daarnaast een aantal uren per dag besteed worden aan wat ik maar noem ‘randvoorwaarden’ was niet alleen al de ervaring, maar wordt ook in de metingen al duidelijk gevonden.

Efficiëntie

Nu ben ik een redelijke liefhebber van efficiëntie. Ik probeer de principes van GTD (Getting Things Done, een redelijk geavanceerde manier om grip op je workflow te houden) ook in de huisartsenpraktijk toe te passen. Uiteraard met behoud van flexibiliteit en vooral: menselijkheid. Maar waar het kan, pas ik het toe. Een van de zaken die allereerst opvallen als je jezelf zo monitort, is hoe verweven de verschillende taken op een dag zijn, hoe snel en hoe vaak je schakelt. Maar een aardig bijeffect van dit inzoomen op je dagelijkse werk, is dat je je nog eens te meer bewust wordt van hoeveel zaken er eigenlijk in het contact met de patiënt aan bod komen.

Extra informatie

Ondanks alle efficiëntie, ondanks pogingen het consult te structureren, in zo’n contactmoment gebeurt veel meer dan alleen maar het behandelen van de klacht. Er wordt teruggegrepen op eerdere contacten. Er wordt gevraagd naar zieke familieleden. Er wordt gevraagd naar de afloop van een ziekenhuisopname. Soms komen trivialiteiten aan bod als de auto van de dokter of de bandnaam die prominent op het T-shirt van de patiënt genoemd staat. Er wordt gesproken over werkzaamheden, over gezinssituaties, financiële problemen, praktische oplossingen, overleden huisdieren en nog heel veel meer. En hoewel we vrij strikt zijn in het bewust maken van mensen dat ze voor meerdere problemen ook echt meerdere consulten moeten plannen, zo tussen neus en lippen door wordt toch nog heel vaak de nodige extra medische informatie uitgewisseld buiten de oorspronkelijke klacht.

Individú

En dat is maar goed ook. Efficiëntie is goed, noodzakelijk waar zorg een schaarste dreigt te worden. Maar het is uiteindelijk een individú die om hulp komt vragen, geen verzameling organen. Het consult bij de huisarts moet een consult zijn van een persoon. Diagnose en therapie staan niet centraal, maar zijn slechts hulpmiddelen bij de zorg voor het individu met zijn klachten. Die gerichtheid op de persoon, dat is de grote uitdaging, dat moeten we behouden, stimuleren, uitbouwen.

Ondertussen tel en meet ik vrolijk verder. Maar deze bevinding wilde ik graag vast delen.

Bart Timmers

Dit artikel is een persoonlijk blog van Bart Timmers en oorspronkelijk gepubliceerd op www.artsennet.nl, de grootste onafhankelijke medische portal in Nederland. Artsennet versterkt artsen in hun vak door een breed aanbod van kwalitatieve informatie van gezaghebbende deelnemende organisaties.